Spelregels Wiezen
Wiezen was ooit een van de meest gespeelde kaartspellen. Het is een klassiek kaartspel voor vier spelers. Gedurende een potje Wiezen speel je individueel of in teams van twee tegen twee of een tegen drie. Je hebt dus géén vast teamgenoot. De 'partner' wordt steeds bepaald tijdens de eerste spelfase "het bieden". In Wiezen worden alle 52 kaarten (behalve de jokers) gebruikt. De aas is hierbij de hoogste kaart en de volgorde van de kaarten is normaal.
Inhoud
- Doel Wiezen
- Spelverloop van Wiezen
- Eerste spelfase: Vragen en bieden
- De spelvarianten (mini-games)
- Puntentellling
- Belangrijke regels
- Varianten
Omdat wiezen een oud spel is, zijn er in elk dorp, kroeg of huis wel varianten of extra regels in het kaartspel ontstaan. Het is onmogelijk om alle varianten te noemen, daarom houden wij het op de regels van traditioneel wiezen. Slechts enkele veelgespeelde varianten worden benoemd.
Wat is het doel van Wiezen?
Het doel van het kaartspel Wiezen is om zoveel mogelijk punten te verzamelen door slagen te winnen en bepaalde combinaties van kaarten te behalen. Nadat er is gedeeld wordt er door middel van vragen en bieden beslist welk spel er wordt gespeeld. Een mini-game binnen het spel Wiezen dus. Dit 'spelconcept' kom je bij veel bekende kaart/drank spellen tegen.
Wist je dat Wiezen immens populair is bij onze zuiderburen? In België worden zelfs Wiezen Kampioenschappen georganiseerd.
Het spel zelf verloopt in slagen. Slagen mogen worden bekeken. Als de derde slag nog niet is gedraaid, dan mogen de eerste twee slagen nog bekeken worden. Daarna mag enkel de laatst gespeelde slag bekeken worden.
Aantal spelers: | 4 spelers |
Speelduur: | 30-60 minuten |
Leeftijd: | Vanaf 8 jaar |
Eigenschappen: | Strategisch, samenwerken |
Het spelverloop van Wiezen
Volgens de Wiezen spelregels krijgt iedere speler 13 kaarten toegedeeld. In het gewone Wiezen geeft de deler de allerlaatste kaart aan zichzelf en wordt deze gedraaid om de troef te bepalen; dit is de 'geblekte troef'. Hierna wordt de fase van het vragen en bieden ingezet om het spel te bepalen. Verderop lees je meer over de verschillende varianten naast het reguliere Wiezen.
Eerste spelfase: Vragen en bieden
Iedere speler kan in het kaartspel Wiezen vragen, passen, meegaan en bieden. Het hoogst geboden spel waarbij spelers meegaan, wordt gespeeld.
Als een speler vraagt, moet hij samen met partner(s) acht slagen halen. Zelf moet hij hiervan minstens vijf (bij kleurenwiezen zes) slagen maken. Spelers die denken dit te realiseren samen met de vrager, gaan mee. Er wordt samen gewonnen of verloren. Als een speler vraagt en niemand gaat mee, moet hij alleen gaan voor vijf slagen bij gewoon wiezen of zes bij kleurenwiezen.
Er mogen geen hints gegeven worden over de sterkte of zwakte van iemands kaarten.
De spelvarianten (mini-games)
Naast het klassieke spelletje van vragen (bieden) en meegaan, zoals hierboven uitgelegd, kan je bij Wiezen voor verschillende spelvarianten kiezen. Elk spel levert een andere hoeveelheid punten op. Hoe moeilijker het spelletje, hoe meer punten je krijgt. Mits je weet te winnen natuurlijk! Wiezen voor beginners? In dit geval is het sterk aan te raden om alle mini-games eerst zorgvuldig door te lezen.
De spellen staan in volgorde van waarde. Er staan een aantal spellen in die niet overal gezien worden als onderdeel van traditioneel wiezen. Achter deze spellen staat (variant). Bij wiezen voor beginners raden we af om deze varianten te spelen.
Abondance: De ene speler speelt tegen de drie andere. Hij moet minstens negen slagen halen, maar mag zelf de troef bepalen. De extra slagen boven de verplichte negen zijn overslag en worden extra beloond.
Abondance in troef (variant): Zelfde als abondance, maar gespeeld in de geblekte troef.
10, 11 of 12-slag: Abondance is 9 slagen, maar je kan ook nog hoger bieden, met 10, 11 of 12 slagen. Net zoals bij Abondance is het spelen in de 'geblekte troef' meer waard dan als je zelf de troef kiest. De volgorde is dus 10 vragen, 10 in troef, 11 vragen, 11 in troef, 12 vragen, 12 in troef.
Kleine miserie (variant): De speler beslist om geen enkele slag te halen. Er wordt gespeeld zonder troef. Andere spelers mogen eveneens beslissen om kleine miserie te spelen. Kiezen drie van de vier spelers hiervoor, dan is de vierde speler verplicht dit eveneens te doen. Voor het spel begint, moet iedere speler het aantal kaarten weggooien als er spelers zijn die kleine miserie meegaan. De kaarten mogen niet gezien worden.
Miserie: Ook hier beslist de speler geen enkele slag te halen. Dit met het verschil dat er hier geen kaarten worden weggegooid.
Piccolo (variant): Dit spel is een variant op het miseriespel. De speler die dit biedt, moet verplicht één slag halen. Haalt hij er meer of geen enkele, dan verliest hij. In dit spel is er geen troef.)
Tremerie (variant): Tremerie is een variant op piccolo in het kaartspel Wiezen. Alleen moet de speler hier drie slagen halen en is harten altijd troef.
Troel: Indien een speler over drie azen beschikt, moet hij verplicht Troel spel bieden. Hij mag echter wel kiezen tussen open troel of gesloten troel. Bij open troel opent de speler met de vierde aas het spel, dit is troef. Deze speler is ook direct de maat van de speler die troel bied. Troefaas moet in de eerste slag vallen. Is dit de vierde aas, dan moeten de spelers met de azen acht slagen halen. Is het een van de drie azen, dan moeten ze samen negen slagen halen. De speler met de vierde aas is de partner van de bieder. Bij gesloten troel weet echter niemand wie de vierde aas heeft tot deze valt. Vanaf dat moment is die kleur ook troef.
Troela: Heeft een speler alle vier de azen, dan is de speler met hartenkoning in zijn hand de verplichte partner. Samen moeten ze negen slagen halen. Heeft de speler met 4 azen ook de hartenkoning, dan gaat het om de speler met hartendame (daarna boer, 10, etc).
Carte Blanche: Dit spel heeft voorrang op troel en kan worden gespeeld wanneer iemand slechts één afbeelding heeft (aas telt ook als afbeelding). Bij Carte Blanche wordt er gewoon opnieuw gedeeld en dus niet gespeeld. Het is echter niet verplicht om dit te zeggen, waardoor je ook gewoon een spel kunt spelen. Zeg je het wel, dan moet dit gebeuren voor iemand anders een spel biedt.
Open miserie: Dit spel heet ook wel Miserie op tafel. De speler tracht geen enkele slag te halen terwijl de anderen zijn kaarten zien. Hij legt zijn kaarten op tafel na de eerste slag. Andere spelers kunnen ook meegaan met de miserie, dan leggen ook zij de kaarten op tafel. Er is geen troef en tegenspelers mogen ook geen overleg plegen.
Solo: De speler speelt tegen de andere drie spelers met een troef naar keuze. Hij moet alle slagen behalen om te winnen.
Solo slim: Dit is het hoogste spel dat kan geboden worden. Net als bij solo moet een speler alle slagen halen, maar dit in de gedraaide, geblekte troef (zie bieden). Bij kleurenwiezen is dit zonder troef.
Puntentelling Wiezen
De winnaars van ieder spel krijgen telkens de punten van de verliezers. De som van het aantal punten dat de winnaars krijgen, is dus altijd gelijk aan het aantal punten van de verliezers. De inzet van het spel is het aantal punten dat per speler wordt gekregen of gegeven. De punten tussen haakjes staan voor de puntentelling bij Kleurenwiezen.
- Alleen gaan: 5 slagen is 2 punten. 1 punt extra per overslag. (juist aantal slagen is 2 punten, 1 extra punt per overslag.)
- Vragen en meegaan: 8 slagen is 2 punten. 1 punt extra per overslag. Alle slagen is 10 punten. ( juist aantal slagen is 2 punten, 1 extra punt per overslag)
- Abondance: negen slagen is 5 punten. Tien is 7 punten. (4 punten, per overslag 1 punt extra)
- Miserie: geen slagen is 7 punten per persoon. (5 punten)
- Abondance: Elf slagen is 8 punten. Twaalf slagen is 9 punten.
- Troel: 8 slagen is 4 punten. 2 extra punten per overslag. Alle slagen is 20 punten. (4 punten bij aantal slagen)
- Open miserie: Geen slagen is 14 punten. Na troel is het 28 punten. (10 punten)
- Solo: 13 slagen is 75 punten. 25 per persoon. (13 slagen is 30 punten).
- Solo slim: 13 slagen is 90 punten. 30 per persoon. (13 slagen is 50 punten).
Belangrijke Wiezen regels
Wiezen is een leuk, gevarieerd en strategisch maar complex kaartspel met enkele aparte regels die wiezen uniek maken. We zetten de belangrijkste nog even op een rijtje::
- Bij wiezen wordt het kaartspel niet geschud. Alleen voor de eerste ronde schud je 1x, maar daarna niet meer. Enkel wordt het kaartendeck 1x gecoupeerd door de speler na de deler, alvorens de volgende ronde te delen.
- Delen én spelen gaat met de klok mee.
- Delen gaat in setjes van 4, 4, en de laatste ronde 5 kaarten
- De allerlaatste kaart (die de deler zichzelf deelt) is de 'geblekte troef'
Varianten van kaartspel Wiezen
Er zijn meerdere varianten van het kaartspel Wiezen. Hieronder volgt een beknopte uitleg van de bekendste drie varianten.
Kleurenwiezen
De kleurenwiezen spelregels zijn eigenlijk vrij eenvoudig. Ook hier is het doel om zoveel mogelijk punten te verzamelen door slagen te winnen en specifieke kaartcombinaties te behalen. Net als in het standaard Wiezen wordt aan het begin van elke ronde een troefkleur bepaald. Kaarten van deze kleur hebben de hoogste waarde in het spel en zullen elke kaart van andere kleuren verslaan.
In Kleurenwiezen is er een extra element waarbij de kleuren van de kaarten in een bepaalde volgorde van sterkte zijn gerangschikt. Een voorbeeld: wanneer de troefkleur harten is, dan zou de rangorde van kleuren van hoog naar laag kunnen zijn: harten, ruiten, klaveren, schoppen. Dit betekent dat een hartenkaart hoger is dan een kaart van een andere kleur, zelfs als die andere kaart een hogere waarde heeft.
Vuilbakwiezen
Vuilbakwiezen of boerenwies is een tweede variant op het kaartspelletje. In Vuilbakwiezen worden de kaarten gedeeld over drie spelers. De laatste kaart gaat naar de vierde speler en is ook de troefkaart. Enkel hij mag deze zien. Vervolgens geven de drie spelers hem elk 4 kaarten, zodat iedereen nu evenveel kaarten heeft. Nu wordt de troef bekendgemaakt en wordt het spel gespeeld zoals bij het normale wiezen.
Bandietenwiezen
Bandietenwiezen of Chinees Wiezen is de kleurenwiezenvariant op vuilbakwiezen. Drie spelers krijgen ieder 17 kaarten en de laatste kaart heeft de deler zelf. Nu ontvangt de deler van de andere drie spelers 4 kaarten. Daarna wordt er verder gespeeld op de gewone wijze. Nare bandietenstreken komen, ondanks de naam, in deze variant dus niet voor.
Wiezen met 5 of 6 spelers
Als je met meer dan 4 spelers bent, dan kan het spel zoals normaal gespeeld worden, met als verschil dat er telkens 1 iemand deler is en bij 6 spelers speelt de speler tegenover de deler ook niet mee die ronde. Een mooi moment om de bitterballen te pakken, of een drankje te halen.