Wellicht ben je bekend met het gezellige kaartspel Toepen. Dit spel, dat vaak wordt gespeeld met vier spelers, wordt in Nederland ook wel regelmatig om geld gespeeld. Dat komt omdat er naast een element van tactiek en geluk ook wat bluf aan te pas komt. Het doel is om de laatste slag te winnen.
Toepen Spelregels
Toepen is een kaartspel dat geschikt is voor twee tot acht spelers, maar het wordt het vaakst gespeeld met vier spelers. De essentie van het spel is het behalen van de laatste slag om punten te verdienen, of beter nog, strafpunten te vermijden.
Toepen wordt gespeeld met de standaard piketkaarten (7 en hoger), waardoor er dus 32 kaarten in het spel zijn. De kaartvolgorde is echter anders dan in de meeste andere kaartspellen. De waarde van de kaarten is als volgt van laag naar hoog: boer, vrouw, heer, aas, 7, 8, 9, 10.
Tijdens het spelen moeten spelers altijd kleur bekennen.
Voorbereiding
Schud de kaarten en geef aan iedere speler vier kaarten. De kaarten worden per één gedeeld. De overige kaarten (als die er zijn) leg je gedekt aan de kant.
Inzet
Vervolgens ga je voor het beginnen van het spel ook een inzet bepalen. Dat kunnen (straf)punten zijn of zelfs geld. Standaard wordt gekozen voor één strafpunt per verloren ronde. Zo kun je ervoor kiezen om tot 10 strafpunten te spelen.
Toepen
In deze fase hebben spelers tevens de mogelijkheid om af te kloppen (toepen). Dat zorgt ervoor dat de inzet wordt verdubbeld. Het toepen kan daarna nog op elk moment van het spel.
Na een toep moeten de andere spelers één voor één met de klok mee aangeven of ze meegaan of passen, te beginnen bij de speler links van degene die heeft getoept. Een toep heeft de volgende gevolgen:
- Als je meegaat en niet de laatste slag wint, krijg je 2 strafpunten (verlies je dubbele inzet).
- Als je past, leg je je kaarten weg en krijg je 1 strafpunt (verlies je je inzet).
- Als iedereen past, is de ronde voorbij en krijgt iedereen, behalve degene die ‘toept’, 1 strafpunt (iedereen behalve toeper verliest inzet)
Na een toep kunnen de overige spelers ook nog overtoepen. De inzet wordt dan met nog een punt verhoogd. Een speler mag zijn eigen toep niet overtoepen.
Als na het toepen alle overige spelers, of de laatst overgebleven speler, passen of past, dan eindigt het spel. Bluffen is daarom een spelelement van toepen.
Uiteindelijk draait alles om de laatste slag. Als je er zeker van bent dat je kunt winnen, kun je de inzet verhogen door te toepen.
Een belangrijke kanttekening: als je speelt voor je 'dood' (maximaal aantal punten), kun je niet meer overkloppen. Alleen meegaan is nog mogelijk. Stel dat het maximumpuntenaantal 10 is en je hebt bijvoorbeeld al 8 punten. Als je besluit mee te gaan bij de eerste klop, speel je voor 2 strafpunten. Omdat dit je 'dood' betekent, kun je de inzet niet meer verhogen door te overkloppen.
Spelverloop
Het spel begint met de speler links van de deler die de eerste slag begint. De daaropvolgende spelers moeten kleur bekennen. Als dit niet mogelijk is, kunnen ze elke willekeurige kaart spelen. De hoogste kaartwaarde wint de slag. De gespeelde kaarten blijven op tafel liggen, en de winnaar van de slag begint de volgende.
Uiteindelijk draait alles om de laatste slag. Als je er zeker van bent dat je kunt winnen, kun je de inzet verhogen door te toepen. Andere spelers moeten dan beslissen of ze meegaan of passen.
De speler die de laatste slag haalt, wint de ronde.
Puntentelling Toepen
De verliezers in een ronden krijgen elk strafpunten. Standaard wordt er gespeeld om 1 strafpunt per verloren spel, maar dit kan dus verhoogd worden tijdens het spelen door te toepen.
Spelers die meegaan in het toepen kunnen dus meer punten verliezen per ronde. Spelers die hebben gepast verliezen hun inzet op dat moment.
Voorafgaand aan het spel is er beslist tot hoeveel strafpunten er wordt gespeeld. Wanneer een speler dit aantal heeft bereikt, dan is hij af en mag hij niet meer meespelen.
De laatst overgebleven speler wint het spel.
Optioneel: Extra regels Toepen
Armoede
Als een speler 9 strafpunten heeft op de teller, dan staat hij op armoede. Als voorafgaand aan een nieuwe ronde één of meerdere spelers op armoede staan, moeten de andere spelers beslissen of ze al dan niet deze ronde willen spelen. Dit doen ze na het zien van hun kaarten. Als een speler past, dan krijgt hij 1 strafpunt. Als een speler speelt, dan krijgt hij bij verlies 2 strafpunten.
Toep
Een toep wordt gevormd door vier identieke kaarten, zoals vier tienen of vier heren. Wie een toep heeft na het delen, wint automatisch de ronde, waarbij de andere spelers direct drie strafpunten krijgen en er opnieuw wordt gedeeld.
Kans op toep
Als een speler drie identieke kaarten in zijn hand heeft, dan heeft hij kans op een toep. In dit geval krijgt de speler de mogelijkheid om een kaart van de stapel te trekken. Als deze kaart leidt tot een toep, wint de speler alsnog.
Vuile was
Als een speler vier plaatjes (boer, vrouw, heer of aas) heeft of drie plaatjes en een 7, dan heeft hij vuile was. In dat geval mag de speler dit aangeven, de kaarten blind wegleggen en vier nieuwe kaarten nemen.
Als speler kun je ook bluffen dat je vuile was hebt. Daarom mogen de tegenspelers dit checken om te kijken er is gebluft of niet. Blijken de kaarten echt ‘vuile was’ kaarten, dan krijgt de speler die de kaarten omdraaide 1 strafpunt, waarna het spel vervolgd wordt. Blijken de kaarten niet ‘vuile was’ kaarten en heeft de speler die dit aangaf dus gebluft? In dat geval krijgt de bluffende speler 1 strafpunt en moet hij met zijn ‘vuile was’ kaarten de ronde spelen.
Winnen met een boer
Spelen om geld
Toepen kan ook om geld worden gespeeld in plaats van strafpunten. Deze spelvorm wordt ook wel eens pottoepen genoemd. Het wordt het vaakst gespeeld met vier spelers waarbij alle spelers de inzet in de pot kunnen winnen. De spelregels voor pottoepen zijn gelijk aan die van toepen.
Het verschil zit hem in de inzetfase. Spelers beginnen het spel door de pot te spekken, bijvoorbeeld 1 euro per speler. Vervolgens worden er kaarten gedeeld en kunnen spelers spelen voor een gedeelte of de hele pot, of passen.
Je eigen inzet bepaalt hoeveel je kunt winnen. Zet je 1 euro in, dan kun je 1 euro uit de pot winnen. In theorie kan iedereen voor de volledige pot spelen. De pot wordt dus ook groter tijdens het spel.
Spelers die hebben gepast spelen wel mee aan het rondje, maar kunnen geen geld winnen (maar verliezen dus ook geen inzet). Als alle spelers passen, wordt er een pasronde gespeeld. In de pasronde is het juist niet de bedoeling om de laatste slag te winnen. De winnaar van de laatste slag moet immers een vooraf bepaald bedrag in de pot stoppen.
Als de pot onder een bepaald bedrag zakt, dan moet de pot gespekt worden. Stel dat men afspreekt dat de pot niet onder de € 4 mag komen, dan moeten de spelers de pot evenredig spekken met een afgesproken bedrag als er na een ronde minder dan € 4 in de pot zit.
Op het einde van het spel wordt de resterende pot evenredig verdeeld onder de spelers.